Woord vooraf

Het boek is een bewerking van radiolezingen die C.S. Lewis voor de BBC heeft gehouden in de jaren 1941-1944.
Audio opnamen zijn op Youtube te beluisten:
deel I
deel II
deel III
deel IV

Lewis’ doel met dit boek is het beschrijven van de kern waar christenen het over eens zijn, de kern van het christelijk geloof. Het is voor hem een vreugde dat de grote kerkelijke gemeenschappen geen fundamentele kritiek hebben geleverd op wat hij heeft verwoord; dit geeft hem het vertrouwen dat in de kern van de geloofsgemeenschappen er iets of Iemand is, die ondanks de verschillen met één stem spreekt (p.12).

Een christen is, in de definitie van Lewis, iemand die de algemeen christelijke leer onderschrijft (p.12). Dus, niet het leven in overeenstemming met de leer van de Here Jezus maakt iemand christen, maar het onderschrijven van de christelijke leer. Een christen die niet leeft naar Zijn leer, kan als ‘slecht christen’ aangeduid worden. Het woord christen gebruiken om de manier waarop iemand leeft aan te duiden (“hij doet zoveel goeds, hij is pas echt een christen”), leidt ertoe dat ‘christen’ een onbruikbaar begrip wordt (p.14).

Het boek is geen vervanging voor een geloofsbelijdenis. Het boek introduceert de lezer in de hal van het christendom, van daaruit kan een keuze gemaakt worden voor een van de vele zalen (congregaties, kerkelijke gemeenschappen). Die zaal is waar de christen zijn geestelijk thuis vindt (p.15).

Het boek bestaat uit vier delen: (i) Goed en kwaad als verwijzing naar de zin van het heelal, (ii) Wat christenen geloven, (iii) Christelijk leven, en (iv) Hoogst Persoonlijk en hoger of: Beknopte inleiding in de leer der Drie-eenheid. Over de derde afdeling die gaat over ethiek, merkt Lewis op dat hij zich beperkt tot onderwerpen waar hij vanuit ervaring verstand van heeft (p.12).

Ter bespreking

  1. Wat vind je van Lewis’ definitie van een christen (iemand die de algemeen christelijke leer onderschrijft)?
  2. Ben je het met Lewis eens dat je beter kunt zwijgen over ethische onderwerpen die je niet persoonlijk raken (zie p.12)?