Brief 1
Samenvatting
Rosen legt vanuit de geschiedenis uit dat het huidige Jodendom voortgekomen is uit de beweging van de Farizeeën; de andere groepen uit Jezus’ tijd - Sadduceeën, Zeloten en Essenen - zijn na de val van Jeruzalem uit beeld verdwenen.
In Zijn onderwijs was Jezus een Farizeeër die kritisch sprak tot Zijn mede-Farizeeërs, zoals de profeten uit het verleden kritisch spraken tot hun volksgenoten waar zij tot in hun vezels zich verbonden wisten. Alle Farizeeën over één kam scheren kan Jezus, als gelovige Jood met hoge ethische normen, niet gedaan hebben.
Door generaliserend negatief over Farizeeën te spreken, spreekt iemand naar het gevoel van een Jood negatief generaliserend over Joden. Generaliserend negatief spreken over alle Farizeeën, betekent voor Rosen een vals getuigenis afleggen tegen hemzelf. Hij vraagt Kendall uitdrukkelijk dit niet te doen en in zijn uitingen over schijnheilige Farizeeën duidelijk te maken dat het over beperkte groep gaat binnen de groep van de Farizeeën.
Ter bespreking
- Wat was nieuw voor je in deze brief van Rosen?
- Ben je bekend met de vier Joodse groepen - Farizeeën, Sadduceeën, Zeloten en Essenen - en hun verschillen uit de tijd van Jezus?
- Hoe lees jij de teksten over de discussies tussen Jezus en de Farizeeën in het Nieuwe Testament; stond Jezus tegenover hen of was Hij deel van deze groep?