Brief 13
Rosen aan Kendall
Hoewel Rosen welwillend is een gesprek aan te gaan, is het voor hem de vraag hoe zinvol dit is. Een gesprek met een christen die uit is op de bekering van de Joodse gesprekspartner zal nooit leiden tot enige vorm van volledig wederzijds respect (p.165).
Naar aanleiding van vragen over opvattingen van rabbijnen ver voor Rashi en de onveranderlijkheid van de Tora legt Rosen uit dat voor het normatieve Jodendom openbaring tot op de dag van vandaag een voortgaand proces is. Door middel van discussies en bestuderen van oude bronnen probeert men tot een meerderheidsstandpunt te komen wat dan vaak als nieuwe norm geldt. Dit wordt beschouwd als het werk van de Heilige Geest.
Een besluit waarover unanimiteit bestaat is dat verzoening alleen tot stand komt door daadwerkelijke bekering, een verzoeningsoffer is uitbeelding hiervan, niet de bewerker. Het offersysteem wordt gezien als een systeem dat in zijn tijd voldeed; over de vraag of de offerdeinst hersteld zal worden, bestaat geen unanimiteit binnen het Jodendom.
De hoofdstroom in het Jodendom leest de Tora niet letterlijk zoals bijvoorbeeld wel de Sadduceeën en de Karaïeten.1 Het letterlijk nemen van alles in de Tora (zoals bijvoorbeeld ‘oog om oog, tand om tand’) is niet te verenigen met Jodendom. Hetzelfde geldt voor de uitgnagspunten van het christendom, een Jood kan niet tegelijkertijd religieus Joods en christen zijn (p.169).
Hoewel sommige rabbijnen, waar Rosen zichzelf niet onder rekent, een deel van de teksten in Jesaja 52 en 53 zien als verwijzing naar de Messias / de Messiaanse tijd, betekent dat nog niet dat deze teksten dan verwijzen naar Jezus. De verwachting van een Messias is er een van een politiek en geestelijk leider.
De verschillen tussen ons, zo betoogt Rosen, zijn duidelijk. We hoeven ze niet te blijven herhalen. De vraag is hoe met elkaar respectvol om te gaan, gegeven dez verschillen. Er zijn stemmen binnen het Jodendom (Rosen noemt de belangrijkste, p.170) die het Christendom zien als Gods instrument om de volken te laten deel in wat aan Israel gegeven is. Zo kunnen Jodendom en Christendom gezien worden als twee wegen met dezelfde bestemming, één weg specifiek voor de Joden en een andere voor de niet-Joden.
Een andere manier om hier tegenaan te kijken is te kijken naar Jodendom en Christendom als complementair. Zo bieden beide verschillende perspectieven op dienen van God: Jodendom meer collectief, gericht op gemeenschap en Christendom meer individualistisch en gericht op de persoonlijke verantwoordelijkheid naar God toe. Het Jodendom als waarschuwing voor het Christendom niet hoogmoedig te worden, het Christendom als waarschuwing voor het Jodendom zich niet te isoleren van de rest van de wereld.
Rosen besluit met een gepassioneerd oproep tot gezamenlijke bestuderen van wat wij gemeen hebben: de overgeleverde Hebreeuwse bijbeltekst.
Ter bespreking
- Vragen, opmerkingen over deze brief?
- Kan een christen het geloofsgesprek met een Jood voeren zonder zendingsdrang?
- Ben je bekend met initiatieven waarin christenen en rabbijnen samen de tekst bestuderen zoals bijvoorbeeld de projecten van het CIS? Zo ja, wat isjouw ervaring daarmee?