Brief 4

In deze brief gaat Kendall in op een aantal onderwerpen die inmiddels aan de orde gekomen zijn en licht hij zijn standpunten verder toe. Onderstaande onderwerpen komen aan bod.

  1. Vervangingsleer
    Kendall merkt op dat veel evangelicals in de vervangingsleer geloven (p.62-63), soms aangeduid als vervullingsleer. Deze leer is gebaseerd op Paulus’ uitspraak En zo zal heel Israël zalig worden (Rom.9:26a) en hierbij wordt ‘heel Israel’ uitgelegd als de hele kerk (p.63, 1e alinea). (Kendall lijkt dit standpunt te delen (p.63, 3e alinea), hoewel hij op p.64, 2e alinea zegt dat de vervangingsleer niet in de buurt komt van wat Paulus in Romeinen 11 uitlegt.) Hij plaatst het tegenover veel fundamentalisten die, op basis van Rom.9:26, geloven dat alle Joden sowieso gered zullen worden.
  2. Geloof, naar aanleiding van wat Rosen schreef in brief 3
    Rosen heeft aangegeven dat ‘geloof’ in het Jodendom niet zo centraal staat als in het christendom. Kendall verdedigt het centrale van geloof op basis van
    • Deut.6:4; Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één!
    • Gen.15:6; En hij (Abraham) geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.
    • Hab.2:4; maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven1
    • wat betekent de bijbelse term ‘vertrouwen’ anders dan geloof?
      Inderdaad een groot verschil tussen Christendoem en Jodendom: geloof bepaalt wat je doet.
      Rosens antwoord roept bij Kendall de vraag op wat het precies betekent om Jood te zijn als dat niet door geloof bepaald wordt (p.67. 1e alinea). En ook wie belangrijker is, Abraham - bij wie geloof vooraf ging aan leven naar Gods inzettingen - of Mozes?
  3. Erfzonde
    Kendall concludeert: voor Rosen is iemand een zondaar omdat hij zondigt, voor Kendall zondigt iemand omdat hij een zondaar is. Kendall voert Psalm 51:5 - zie in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen - en Jeremia 17:9 - Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? (HSV) - op als schriftbewijs2
  4. Schijnvroomheid binnen Jodendom en Christendom (p.68-69)
  5. Jezus woorden: jullie hebben gehoord dat er gezegd is dat je je naaste lief moet hebben en je vijand haten

Ter bespreking

  1. Opmerkingen, vragen etc. naar aanleiding van brief 4.
  2. De ‘’discussie’ gaat over fundamentel verschillen tussen de visies van Rosen vanuit het Jodendom en Kendall vanuit het christendom. Wat is voor jou tot hier het meest fundamentele punt dat aan de orde is geweest?
  3. Op p. 61-62 bespreekt Kendaal de visie van ‘fundamentalisten’, i.h.b. de visie op Israel, het Joodse volk en de eindtijd. Wat vind je van hoe hij dit beschrijft en van wat hij schrijft?
  4. (p.69-70) Tenslotte: als alle Israëlische Joden net zoals jou waren, zouden de vijandelijkheden - ondanks de wens van de fundamentalisten - absoluut afnemen in ons geliefde heilige land, dat ons zo na aan het hart ligt. Het zou zeker een veiligere plek worden.
    • Over welke fundamentalisten gaat het hier?
    • En wat als alle Israelische Joden net zoals Kendall waren? Of zoals Ghandi? Of zoals Franciscus?

  1. b.Makkot 24a zegt dat er 613 geboden gegeven zijn, dat David ze terug bracht tot 11 (Psalm 15), Jesaja tot zes (Jes.33:15-16), Micha tot drie (Micha 6:8), Jesaja tot twee (Jes.56:1), Habakuk tot één (Hab.2:4).↩︎

  2. dogmatiek op basis van een vers in de Psalmen is iets om voorzichtig mee te zijn; de vraag is daarom of Kendalls beroep op een Psalmvers voor een dergelijk dogmatisch thema terecht is↩︎